Samenvatting van het boek De magie van een gemeentegrens. De veranderingen in het grensgebied tussen Bloemendaal en Haarlem na de annexatie van 1927
Annexatie 1927
Ondanks heftige protesten is de gemeente Bloemendaal in 1927 een lap grond van circa 250 hectare, 615 woonhuizen, 35 bedrijfspanden en meer dan 2000 inwoners kwijt geraakt aan de gemeente Haarlem. Bloemendaal verloor: het IJsbaangebied (de Krim), het Zijlweggebied, het Ramplaankwartier, waar Tuindorp deel van uitmaakt, en Oosterduin. Dat gebeurde bij wet van 21 april 1927. Zowel de Tweede als de Eerste Kamer bleek gevoelig voor de argumenten van de gemeente Haarlem en Gedeputeerde Staten van Noord-Holland om Haarlem meer ruimte te bieden voor groei en ontwikkeling.
Redenen voor de annexatie
In het boek wordt eerst beschreven waarom Haarlem delen van Bloemendaal wilde overnemen. Vatten wij de argumenten van Haarlem kort samen, dan gaat het om de volgende politieke wensen:
- een grotere omvang van het grondgebied en meer ingezetenen krijgen,
- meer invloed hebben op het drinkwater uit de Bloemendaalse duinen,
- een betere opbouw van ‘rijke en arme burgers’ realiseren ten behoeve van het Haarlemse belastinggebied,
- het verkeer beter beheersen,
- Bloemendaal financieel laten bijdragen aan het voorzieningenniveau van Haarlem,
- meer bouwgrond ter beschikking hebben voor het realiseren van arbeiderswoningen.
Haarlem heeft daarom gepleit om Bloemendaal voor zeker de helft over te nemen. Mede door het taaie verzet van Bloemendaal en de politieke lobby naar het parlement is de schade beperkt gebleven tot stroken ten westen van de Delft en de spoorlijn Haarlem-DenHaag. Bloemendaal is wel geschonden, maar is als zelfstandige gemeente blijven bestaan.
Uiterlijke veranderingen
Vervolgens wordt nagegaan hoe de ruimtelijke ontwikkeling van de nieuw verworven gebieden is geweest. Die was vooral gericht op woningbouw. Kort na de annexatie van 1927 had Haarlem haar plannen al klaar voor de bouw van woonwijken op het voormalige grondgebied van Bloemendaal. Door externe factoren als crisistijd, Tweede Wereldoorlog en de noodzaak om nadien de Haarlemse samenleving weer op te bouwen, is de groei van Haarlem in westelijke richting aanzienlijk vertraagd. Ook heeft de aanleg van de Westelijke Randweg grote invloed gehad op de ontwikkeling van de geannexeerde gebieden. Mede daardoor is de invulling van de Bloemendaalse gebieden later op onderdelen anders geworden dan het consequent uitvoeren van de woningbouwplannen. In de verschillende hoofdstukken wordt per deelgebied beschreven hoe de veranderingen hebben plaats gevonden en hoe de gebieden er nu uitzien. Opvallend zijn naast de woningen de sportvoorzieningen in het IJsbaangebied/de Krim en de scholen en kantoren in het Zijlweggebied. Het Ramplaankwartier en Oosterduin zijn het meest volgens plan met woningen volgebouwd.
Historische paradoxen
Ook wordt in het boek ingegaan op recente ideeën bij Haarlem over het behoud van de zogenaamde Binnenduinrand/Westelijk Tuinbouwgebied. Daaruit blijkt dat die ideeën sterk overeenkomen met het verzet in het verleden door Bloemendaal tegen het opofferen van fraaie bollenvelden voor woningbouw en andere maatschappelijke voorzieningen. Later is dat verzet van Bloemendaal tegen bebouwing van het Westelijke Tuinbouwgebied overgenomen door het Ramplaankwartier zelf. Dat is een historische paradox. Het leidt tot de conclusie dat wat dat betreft het Ramplaankwartier net zo goed onderdeel van Bloemendaal had kunnen blijven.
Een andere historische paradox betreft het bouwen van arbeiderswoningen. Haarlem had in 1927 weinig vertrouwen dat de gemeente Bloemendaal voor haar eigen arbeiders woningen zou gaan bouwen. Woningbouw voor arbeiders was bij Haarlem in betere handen. In het door Haarlem van Bloemendaal geannexeerde gebied zijn echter na 1927 weinig tot geen arbeiderswoningen gebouwd. De historische paradox is dat Bloemendaal kort voor de annexatie in het Ramplaankwartier wel arbeiderswoningen gebouwd heeft voor Haarlem (Tuindorp en ten noorden van de Rollandslaan) en niet andersom.
Geen grenssamenwerking of grensbeleid
In Oosterduin heeft Haarlem vrijwel volgens de regels van het uitbreidingsplan van 1929 een aantrekkelijke woonwijk gebouwd met middenstandswoningen en dure bouw. Het bijzondere is dat ook Bloemendaal later een soortgelijke woonwijk heeft gerealiseerd. Om de huidige samenhang te typeren kan nog net niet van een Siamese tweeling gesproken worden. Beide wijken zijn echter wel met de ruggen naar elkaar toe gegroeid. Het is daardoor geen organische eenheid geworden. Het zijn nu twee aan elkaar geplakte gebiedsdelen van twee verschillende gemeenten.
Het niet op elkaar afgestemd zijn van activiteiten aan weerszijden van de grens van beide gemeenten komt heel vaak voor. Van grenssamenwerking of grensbeleid tussen Bloemendaal en Haarlem is nauwelijks sprake geweest. Het tegendeel is eerder het geval. Dat blijkt uit de analyse van een aantal ‘grensconflicten’ die in de loop der jaren tussen beide gemeente hebben gespeeld en nog spelen. Te noemen zijn o.a. de uitrit aan de Elswoutslaan ten behoeve van het tennispark Duinvliet, de ontwikkeling van het Marine Hospitaalterrein en de positie van het muziekonderwijs.
Geconcludeerd kan worden dat de beide gemeenten niet erg hun best hebben gedaan om elkaar aan de grens te vinden. Hoewel de buurgemeenten elkaar formeel niet hebben dwars gezeten bij de wijziging van de bestemmingen op ieders grondgebied zoals bij de Hogeschool INHOLLAND Haarlem en het Marine Hospitaal, hebben zij niet samengewerkt bij het oplossen van de gevolgen van de wijzigingen. Ook werd meestal niet gedacht aan een grensoverschrijdend beleid bij verkeersaanpassingen. De voorbeelden van de muziekschool en de Elswoutslaan sluiten hier bij aan. Die zijn vooral interessant vanwege de ‘hardheid’ van gemeentegrenzen. Daardoor houden gemeenten overwegend rekening met de belangen van de eigen inwoners.
Magische gemeentegrens
Die houding komt voort uit de politieke cultuur. Voor de meeste burgers is de gemeentegrens niet meer dan een naambord, voor gemeenteraadsleden, leden van het college van B.en W. en ambtenaren is de gemeentegrens het einde van hun ‘speelveld’. Overschrijding van het speelveld betekent het binnentreden in een vreemd domein, waar men geen zeggenschap heeft en waar men geen rekening mee hoeft te houden. De juridisch administratieve gemeentegrens heeft daarmee een bijzondere lading, die met enige overdrijving magisch genoemd kan worden.
Annexatie vooral een zaak van bestuurders
Tenslotte wordt in het boek nog aandacht besteed aan de vraag voor wie de annexatie ingrijpender geweest is, voor het bestuur of voor de burgers en de maatschappelijke organisaties. De conclusie is dat annexatie vooral een zaak is geweest van bestuurders. Vooral de kerken, de winkels, de scholen en de verenigingen hebben het maatschappelijke leven bij elkaar gehouden, ondanks de nieuwe gemeentegrenzen. Het privé-leven van de meeste burgers is meestal ook niet veranderd. Op een enkeling na bleven zij in hun huis wonen, hun werk doen, naar school en kerk gaan en boodschappen doen waar zij dat ook voor die tijd deden. De grens was verlegd, maar het dagelijkse en maatschappelijke leven is gewoon doorgegaan.
Nieuwe feiten
In het boek is een lijst opgenomen van de namen en adressen van alle kostwinners, die in 1927 Haarlemmer werden. Omdat men in die tijd ook het beroep en de godsdienst vermeldde, is de lijst een interessant document om een beter inzicht te krijgen in de samenstelling van het Bloemendaalse smaldeel dat overging naar Haarlem. In een bijlage is daarvan een analyse gemaakt. Het levert nieuwe feiten op ter ondersteuning dan wel bevestiging van al bekende inzichten.
Foto’s
Het boek telt 136 pagina’s en 75 foto’s van vroegere en huidige gebieden ter illustratie van de tekst.
Noten en Verwijzingen
In de noten zijn veel details opgenomen van gebeurtenissen en personen. Die zijn op zich ook interessant.
Verkrijgbaarheid van het boek
Het boek is uitsluitend nog tweedehands verkrijgbaar of te downloaden.